De Nieuwe Blauwdruk voor de Mensheid

De Oplossing voor Scholen, Opleidingen en Stages

Waarom dit nodig is:

Scholing: 0-16

Onze kinderen zijn de toekomst van de mensheid. Het huidige onderwijssysteem is geworden tot weinig meer dan een indoctrinatie- en controlesysteem, dat kinderen voorbereidt om nuttige radertjes te worden in “hun” wereld. Het verlies aan emotionele intelligentie, kritisch denken, logica, probleemoplossing en creativiteit heeft onze kinderen beschadigd, in plaats van hen voor te bereiden op succes in het leven.

Voor veel ouders concurreert de tredmolen van schulden en werk om hun tijd met hun kinderen. Ouders zijn de beste leraren. Ouders moeten gesteund worden in het verrijken van het leven van hun kinderen. De zogenaamde “leraren” hebben weinig tot geen feitelijke kennis van de onderwerpen die zij onderwijzen, en bieden slechts het indoctrinatie programma van het controlesysteem aan door het script voor te lezen dat hen is gegeven.

Leraren en ouders moeten worden omgeschoold en tot het inzicht worden gebracht dat kinderen naast academische en levensvaardigheden ook spiritualiteit, emotionele intelligentie en kennis in het recht moeten worden bijgebracht. De leraren en ouders zelf moeten deze onderwerpen en waarden aangeleerd krijgen om de leraren te zijn die onze kinderen nodig hebben. Leraren en ouders moeten begrijpen dat zij slechts voogden en mentoren zijn, en dat de autonomie en vrije wils keuze van elk kind moet worden geëerbiedigd.

Oplossing:

  1. Het aanbieden van praktische en online hulpmiddelen om ouders en toekomstige ouders te onderwijzen en te ondersteunen bij het verzorgen en opvoeden van hun kinderen vanaf de geboorte tot aan de vroege kinderjaren. De ouders begeleiden bij het leren van hun kinderen, om eigenwaarde te ontwikkelen, door hen emotionele intelligentie, spirituele ontwikkeling, fundamentele kosmische wetten en etiquette bij te brengen, door het goede voorbeeld te geven.
  2. Maak betaalbare middelen voor thuisonderwijs online beschikbaar, zodat ouders thuis kunnen blijven bij hun kinderen.
  3. Bestaande leerkrachten bijscholen om de spirituele en emotionele ontwikkeling van kinderen te bevorderen en hun leerlingen als gelijken te respecteren.
  4. Geef leraren en ouders de kennis die zij nodig hebben om met waarheid en integriteit les te geven. Help leraren om deskundig te worden in de vakken die zij onderwijzen en om die vakken te onderwijzen die de kinderen moeten leren om te kunnen functioneren als nuttige en eerbare leden van de mensheid.
  5. Stel curriculum richtlijnen vast die spiritualiteit, emotionele intelligentie, recht, etiquette, wiskunde, lezen, grammatica, geschiedenis, kunst, wetenschap en levensvaardigheden omvatten, geschikt voor alle kinderen van 0 tot 16 jaar.

Leeftijd 0 tot 5 jaar:

Creëer een verzorgende omgeving, die voorziet in alle fysieke, mentale, emotionele en spirituele behoeften van de zich ontwikkelende zuigeling en het jonge kind. De leerstof omvat:

  1. Lichamelijke ontwikkeling: reiken naar en vastpakken van voorwerpen, omrollen, zitten, kruipen, lopen, rennen, groepsactiviteiten, spelletjes en aan de leeftijd aangepaste sporten, enz.
  2. Cognitieve ontwikkeling door zelferkenning, lichaamsautonomie en emotionele intelligentie.
  3. Het leren van de moedertaal en ten minste één extra taal, met inbegrip van fonetisch lezen.
  4. Mentale stimulatie door manipulatie van de omgeving, tuinieren, volgorde bepaling, oplossen van puzzels, gebruik van Montessori materialen, samenwerking en interactie met anderen, enz.
  5. Ondersteuning bij het op natuurlijke wijze ontwikkelen van spirituele zelfkennis, waarbij ze leren te vertrouwen op hun intuïtie.
  6. Leren kritisch denken en verbaliseren door middel van luister- en verbaliseringsoefeningen.
  7. Zelfexpressie, door middel van muziek, tekenen, kleuren, rollenspel, groepsinteractie, enz.
  8. Het leren van de Gulden Regel: Behandel anderen zoals je door hen behandelt wilt worden, waarbij ouders en leraren hun voorbeeld zijn.
  9. Vrije speeltijd om zelfstandig denken en problemen oplossen te stimuleren.

Leeftijd 6 tot 11 jaar:

Ontwikkeling van de geest door een groter bewustzijn van observatie vaardigheden, onderscheidingsvermogen met gebruik van de hersenen en het hart, en communicatie van hun ideeën zowel schriftelijk als mondeling. Vergroot hun bewustzijn van hun bestaan. Betekenis ontdekken door de semantische of symbolische betekenis, het doel of de waarden die verbonden zijn aan een concept (mentale dimensie) of object (realiteitsdimensie) en het beoogde effect. De leerstof moet de volgende onderwerpen omvatten:

  1. Spirituele ontwikkeling, meditatie, uitbreiding van hun kennis van de wet.
  2. Etiquette en wederzijds respect, caring and sharing – zorgen voor en delen met elkaar, het concept dat samenwerking belangrijker is dan competitie, concurrentie en vergelijking.
  3. Onze ware geschiedenis.
  4. Kritisch (Socratisch) leren denken, door vragen te stellen en antwoorden te internaliseren door onderzoek.
  5. Fonetisch lezen en taalvaardigheid, terug naar het trivium (grammatica, logica en retorica) methodes.
  6. Wiskunde, met een terugkeer naar de quadriviummethoden (meetkunde, astronomie, rekenkunde en muziek).
  7. Zelfexpressie en creativiteit door middel van kunst; drama, poëzie, schilderen, pottenbakken, muziek, naaien, houtsnijwerk, enz.
  8. Echte wetenschap (gebaseerd op de oorzaak, niet op het resultaat), inclusief wetenschappen over de aarde en het leven en de natuurwetenschappen.
  9. Levensvaardigheden zoals tuinieren, verzorging, zelfzorg en zelfredzaamheid (inclusief overlevingsvaardigheden).
  10. Lichamelijke opvoeding; kracht, lenigheid, flexibiliteit, uithoudingsvermogen, lichaam/geest connectie en teambuilding.

Leeftijd 12 tot 16 jaar:

De lessen moeten worden opgedeeld in twee delen: lessen en discussiegroepen. Discussiegroepen moeten beperkt worden tot zes personen, de grootte voor optimale communicatie, met de leerkracht als moderator of facilitator. Deze groepen bouwen de welsprekendheid en overtuigingskracht van een kind op. Deze groepsdiscussies moeten onder schooltijd plaatsvinden en niet na schooltijd, wat de tijd is voor familieparticipatie in het leerproces.

  1. Ga uit van de basis die in eerdere jaren is gelegd door te concentreren op logica en retoriek, gebaseerd op observatie.
  2. Begin diepgaande studie van spirituele ontwikkeling en de wet.
  3. Verbeter effectieve communicatie vaardigheden met betrekking tot emotionele intelligentie.
  4. Ontwikkel het vertrouwen in hun eigen vermogen om zichzelf te onderwijzen, in het maken van keuzes uit vrije wil, en in het begrijpen wat het betekent om toestemming te geven of te weigeren.
  5. Leer de principes van zelfbeheersing en inzicht in het belang van het vermijden van de druk van leeftijdsgenoten en leer ze over de 6 valkuilen: alcohol, drugs, religie, geld, seks en ego, in deze beïnvloedbare en kwetsbare fase van hun leven.
  6. Verder ontwikkelen van taal, wiskunde, geschiedenis, wetenschap, kunst, lichamelijke opvoeding, enz.
  7. De fundamentele levensvaardigheden uitbreiden met computerkennis en – vaardigheden, persoonlijke financiën, houtbewerking, mechanica, metaalbewerking, ambachten, huishoudelijke vaardigheden, het opzetten van een bedrijf, ethiek, enz.
  8. Begin leer/werktrajecten voor leerlingen die misschien academisch minder aanleg hebben, wat kan leiden tot een gebrek aan zelfvertrouwen, òf die beter praktiikgericht leren. Het belang van leer/ werktrajecten voor 12-16 jarigen, formeel of informeel, kan vele interesses tegelijk omvatten en waarbij praktijkgerichte lessen belangrijker zijn dan alleen theorie. Deze worden begeleid door mentoren die hun levenservaring kunnen delen.

Leerprogramma’s voor volwassenen vanaf 17 jaar:

Het leger is de voornaamste bron van beroepsopleiding geworden om de dienstplicht te stimuleren, terwijl vakbekwaamheid en werk zijn gedegradeerd en leidinggevende en management functies zijn verheerlijkt. We moeten onze lokale fabrieken en kleine bedrijven weer opbouwen om meer zelfvoorzienend te worden op lokaal- en persoonlijk niveau, en daarvoor hebben we arbeidskrachten nodig die meer bekwaam zijn. Opleiding en scholing moeten in hun geheel opnieuw worden beoordeeld, en hun financiën en bronnen van begeleiding moeten onder de loep worden genomen, vooral die van religieuze organisaties, bedrijven, militairen, agentschappen en politiek gemotiveerde groepen.

  1. Verbied onderwijsprogramma’s en verwijder docenten en bestuurders die verdeeldheid zaaien, politieke agenda’s promoten en valse informatie verspreiden.
  2. Stop de financiering van scholen, universiteiten en programma’s die het volk niet dienen.
  3. Geef verlaten voormalige onderwijs- en onderzoeksfaciliteiten een nieuwe bestemming om in de behoeften van de gemeenschap te voorzien, onder meer door ze, waar nodig, om te vormen tot bedrijfspanden en/of onderwijsinstellingen.
  4. Sluit in elke school alle afdelingen behalve beveiliging, registratie en boekhouding.
  5. Sta tijdens het proces van het herinrichten van de scholen toe dat er geïmproviseerde en ook geplande en privélessen gegeven kunnen worden, betaald met een donatie of inschrijfgeld om ze te financieren, totdat ze opnieuw geëvalueerd zijn. Zo kunnen de lessen doorgaan, maar met nieuwe principes.
  6. Herstart het praktijkleerprogramma door als stimulans belastingvoordelen in te voeren, gratis gezondheidszorg en ongevallenverzekering voor leerlingen/stagiairs te bieden en bedrijven te steunen die hun eigen opleidings- en praktijkleerprogramma’s opzetten.
  7. Bepaal welke opleidingen prioriteit hebben, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, cruciale beroepen in vervoer, infrastructuur, bouw, communicatie, landbouw en voedselverwerking.
  8. Overweeg het opzetten van opleidingsgerichte coöperaties in gesloten bedrijfspanden die startklaar zijn, zoals verlaten hotels, fabrieken en boerderijen.
  9. Stimuleer trainingen voor het personeel van verschillende afdelingen in bedrijven en organisaties, om de flexibiliteit van werknemers te maximaliseren en de organisatie als geheel te leren begrijpen.
  10. Geef les in het coöperatieve bedrijfsmodel, dat werknemers een groter aandeel in de winstgevendheid van het bedrijf geeft en de totale kosten verlaagt, omdat werknemers minder bemoeienis en toezicht van het management nodig hebben.

Wie wint:

Iedereen heeft baat bij een onderwijsmodel dat het volledige potentieel van de mensheid benut en een leven-lang-leren cultuur creëert, die analfabetisme uitsluit. De maatschappij heeft baat bij trainingen en opleidingen, vrij van bedrijfs-, agentschaps- en militaire belangen. Scholen en opleidingscentra hebben er baat bij doordat het respect en vertrouwen terugkeert bij studenten, gemeenschappen en het volk als geheel.

Wie profiteert:

Ouders, kinderen en de mensheid profiteren wanneer ouders en leraren blij zijn met het gevoel van eigenwaarde van alle kinderen, hun emotionele intelligentie, hun spiritualiteit, hun begrip van rechten, en hun vermogen om zichzelf hun leven lang te onderwijzen. Gemeenschappen profiteren doordat zij in de eerste levensbehoeften kunnen voorzien en daardoor hun soevereiniteit behouden. Gezinnen profiteren ervan als kostwinners een vaste baan of onderneming hebben, over meerdere vaardigheden beschikken (sociaal en technisch) en een positievere kijk op werk krijgen. Werknemers profiteren omdat zij een aandeel hebben in de efficiëntie en winstgevendheid van het bedrijf en mogelijkheden hebben voor hogere lonen en promotie en/of winst.